Border

De natuurlijke Border 
De tuin is voor veel mensen een stukje groen waar ze
ongestoord kunnen vertoeven.
Maar vele liefhebbers van het private brokje natuur
handelen in hun tuin heel onnatuurlijk.
Tuinafval waarmee goede compost kan gemaakt worden
gaat de vuilnisemmer in. Onkruid, luizen en slakken worden
bespoten met chemische bestrijdingsmiddelen. Het basisprincipe
van een natuurlijke tuin is de verscheidenheid aan dieren en planten.
In een natuurvriendelijke tuin is de border dus gemengd en
bestaat uit heesters, bomen, vaste planten en bodembedekkers.
Ze vormen het karakter en de sfeer in de tuin. (het verlengde van de woonkamer). 
Met een gevarieerde beplanting, bijzondere verlichting, nestkasten en ornamenten
valt er in elk seizoen wel iets te beleven. Ook insecten en dieren zijn
dol op variatie, waardoor er een natuurlijk evenwicht komt in de tuin.
Voor elke plaag bestaat er wel een natuurlijke vijand. Rupsen worden
gevangen door koolmezen; lieveheersbeestjes en hun larven vangen de luizen.
 
Grondsoort
De grondsoort is één van de meest bepalende factoren voor
de bodemgesteldheid en daarmee ook voor de groei van planten.
Een grondsoort wordt benoemd aan de hand van de afmetingen
van de gronddeeltjes waaruit hij bestaat. Zandgrond heeft de
grofste korrel (0.05 tot 2 mm), leemgrond heeft een fijnere
korrel ((0.002 tot 0.05 mm), kleigrond heeft de fijnste korrel, kleiner
dan 0.002 mm.
De bodem hoeft niet  diep te worden omgespit.
Het is eigenlijk in de 10-15 eerste centimeters van de grond
dat de micro-organismen zich bevinden. Door het vermengen van
de grondlagen is er een vermindering van kostbare organische stoffen
en wordt de structuur van de bodem aangetast. De micro-organismen
die boven leven en zuurstof nodig  hebben komen onder zonder of met
weinig zuurstof en omgekeerd. Deze zullen dan afsterven en het duurt bijna een
heel tuinseizoen voordat dat weer hersteld is.
De bodem is het liefst bedekt met planten. En in het najaar
met blad. Een bedekte bodem doet leven. De micro-organismen en
regenwormen blijven op die manier de hele winter actief.
Dit intens leven in de bodem zorgt voor de voedingsmiddelen
van planten. Het is namelijk zo dat de regenwormen de ontbinding
van de organische materie versnellen en actief deelnemen aan het vormen van humus.
Het is daarnaast goed voor het wegwerken van onkruid en voor de vochtigheid.
Vogels en egels profiteren ook en vinden hier hun voedsel en beschutting.
 
Aantrekkelijke bloemen voor mens en dier
Milieu Centraal heeft lijsten samengesteld met zomerbloeiende vaste
planten en planten die in de nazomer en herfst aantrekkelijk zijn voor mensen en dieren.
 
Bloemenborder voorjaar
De onderstaande plantencombinatie doet het ook goed in de schaduw,
en geeft bloei van voorjaar tot vroege zomer.
-Sleutelbloem, beter bekend als Primula. Bekende kleurrijke voorjaarsbloeier,
van maart tot mei. Ook geschikt voor bakken en potten.
-Longkruid (Pulmonaria). Gevlekt blad, en in april en mei bloemen
van blauw tot rood. Goede bodembedekker voor een koele schaduwhoek.
-Hondsdraf (Glechoma hederacea 'Variegata'). Gezellig bont kruipertje,
ook geschikt voor de zg. 'Hanging baskets'. Bloeit van april tot in juni.
-Zenegroen (Ajuga reptans 'Atropurpurea'). Donkerbladig inheems
kruipertje met blauwviolette kaarsjes van mei tot juni.
-Damastbloem (Hesperis matronalis). Sterke plant met heerlijk
geurende bloemen in mei en juni.
 
Bloemenborder zomer
-Kattenstaart (Lythrum salicaria*). De kattenstaart is een moerasplant, die
het echter in de bloemenborder ook prima doet, zolang het niet al te droog is
-Duizendblad (Achillea). Ook een belangrijke waard- en
voedselplant voor insecten. Er zijn meerdere soorten verkrijgbaar
met gele, witte, of rose bloemen.
-Dropplant (Agastache). Een plant met een opvallende anijsgeur, die
liever droog dan te nat staat. De bloemen zijn aantrekkelijk voor vlinders
en andere insecten.
-Zonneroosje (Helianthemum). Het zonneroosje is een
laag kruipend plantje voor een zonnige plek op de voorgrond.
Van mei tot juli verschijnen de bloemen die voor zo'n fijn plantje
behoorlijk groot zijn. Kleuren variëren van geel tot oranje, zalm, brons en rood.
-Hartgespan (Leonurus cardiaca*). Een waardevolle plant voor honingbijen en wilde bijen.
Bloeit lila in juni en juli, en heeft grijsgroen blad.
 
Bloemenborder (nazomer/herfst)
 Deze bloemen zijn mooi te combineren en vormen bij elkaar een
waar nectarparadijs in de nazomer en herfst.
-Leverkruid (Eupatorium cannabinum*, Eupatorium purpureum).
Het inheemse leverkruid, ook wel ----Koninginnekruid genoemd, is een
magneet voor bijen en vlinders.
-Guldenroede (Solidago, diverse cultivars). Guldenroede is een sterke plant
en groeit ook op moeilijke plaatsen, zolang het maar geen diepe schaduw is.
Rond de gele pluimen zoemen de bijen.
-IJzerhard (Verbena bonariensis). Deze opgaande plant met paarse pluimpjes
is de vlinderstruik onder de vaste planten.
-Herfstaster (Aster novi-belgii). De herfstaster is veelzijdig. Bloemen voor de
bijtjes, en zaden voor de vogels.
-Hemelsleutel (Sedum telephium 'Herbstfreude', Sedum spectabilis).
Een makkelijke plant met roze bloemschermen waar altijd insecten op te vinden zijn.
 
Bodemverbetering
De eigenschappen van de bodem worden dus bepaald door
de grondsoort, de vochtconditie, de zuurgraad, de voedselrijkdom
en het humusgehalte.
Elk van deze factoren kunnen hun invloed hebben op de planten
die er groeien... 
                         
Een goede bodemstructuur is het voornaamste voor een goede
groei van planten en gazon. In de meeste gevallen wordt er niet
veel gedaan aan optimalisering hiervan. Toch zou wat meer aandacht
voor de bodemopbouw veel ergernis kunnen voorkomen.
Vaak ontstaan de problemen door bemesting met kunstmest, vastlopen (rijden)
en onvoldoende organische stof.
 
 
Compostering
De helft van het huishoudelijk afval is organisch materiaal :
keuken- en tuinafval. Door compostering hiervan kan je het
milieu twee diensten bewijzen. Dit afval hoeft dan niet meer
gestort of verbrand worden en er wordt dan ook ruimte, energie
en geld mee bespaard. Bovendien is de compost een humusrijk
product wat kan worden ingezet in de groenten- en siertuin of in
bloembakken.  Compost is voeding voor de bodem. Het verbetert
de structuur van de bodem en het verhoogt tevens de vochtigheid
en de biologische activiteit.
Composteren kan je thuis. Een composthoop, compostbak of
compostvat neemt weinig ruimte in beslag, vraagt weinig werk en stinkt niet
De eerste voorwaarde om goede compost te krijgen is een goede
scheiding van het composteerbare en niet-composteerbare huishoudelijk afval.
 
Wel composteerbaar zijn : aardappelschillen, schillen van
citrus- of andere vruchten, groenteresten, eierschalen, doppen
van noten, theebladeren en zakjes, gebruikte koffiefilters, papier
van de keukenrol, kleine hoeveelheden etensresten, verwelkte
snijbloemen en kamerplanten, versnipperd snoeihout,  gemaaid gras,
bladeren, onkruid, resten uit groenten- en siertuin, mest van vogels, konijnen en cavia.
 
Niet-composteerbaar zijn: timmerhout en grof ongesnipperd snoeihout,
aarde en zand, saus, vet en olie, as van de open haard, houtskool,
kunststof, ijzer, metaal en blik, kattenbakvulling.
 
Composteren is een biologisch proces, waarbij organisch materiaal
door micro-organismen en regenwormen wordt omgezet in een stabiel
humusachtig product. Om dit proces op een redelijk korte tijd te
verwezenlijken moet de temperatuur in de composthoop voldoende
hoog kunnen oplopen (tot 50 à 60 graden). Daarom wordt het organisch
materiaal best compact gehouden. Iemand met een grotere tuin die snel
één of meerdere kubieke meters organisch materiaal bij elkaar spaart, kiest
voor een composthoop, een compostbak of silo. Je installeert die, uit de wind,
op een beschaduwde plaats waar toch een beetje zon komt.
 
Bij kleine tuinen van 100 tot 200 vierkante meter of bij gebruik van bladeren,
gemaaid gras en versnipperde takjes als bodembedekker volstaat een compostvat
van 200 tot 500 liter. Hierin kan je kleine hoeveelheden keuken- en tuinafval composteren.
Het vat een plaats geven op een zonnige plek in de tuin, zodat een optimale
temperatuur kan worden bereikt.
Om reukhinder te vermijden moet je een optimale beluchting
verzekeren en ervoor zorgen dat het overtollige regenwater kan
wegdraineren. Voor de onderste laag van de composthoop gebruik
je dan ook grof materiaal, zoals versnipperde stengels.
Een composthoop wordt na enkele weken omgezet en
duchtig door mekaar gemengd. Een compostvat wordt één
of twee keer per week gemengd met een schep of stok.
 
Afhankelijk van de buitentemperatuur duurt het drie tot
zes maanden vooraleer de compost gebruiksklaar is.
De compost ruikt dan naar bosgrond.
In het najaar kan men de compost gebruiken als
bodembedekker, zowel voor bloemperken, voor struiken als
voor de groententuin: een beschermende laag voor de winter en
een bron van humus voor het voorjaar. In de groenten- of fruittuin wordt de
compost vroeg in het voorjaar oppervlakkig ingewerkt.
 
In elke goede handleiding over ecologisch tuinieren wordt er een
hoofdstuk aan composteren gewijd. Deze boeken vind je in elke
openbare bibliotheek. Ook de boeken en video's van de Vereniging
voor Ecologische Leef- en Teeltwijze (VELT) besteden aandacht aan de composthoop.
De Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM)
publiceerde 'Het ABC van het thuiscomposteren', een geïllustreerde praktijkgids.
 
Aanleg
 
Allereerst de anorganische samenstelling van de bodem.
In het algemeen kunnen we stellen:
Bij een zandgrond is het verstandig om met Bentoniet het
vochtvasthoudend vermogen te vergroten. Doe dit in combinatie
met bv compost en ent daarbij micro-organismen.
Bij een kleigrond voegen we Basaltmeel toe. Dit zorgt voor meer
structuur van de bodem. Ook hier weer bij voorkeur in combinatie
met compost en micro-organismen.
Bij een zavelgrond (mix zand en klei) is het lastiger. Belangrijk is
hier om te weten wat voor een gehalte aan organische stof er aanwezig is.
Als niet duidelijk is om welke grondsoort het gaat, raden wij u aan eerst
door ons een bodemanalyse te laten maken.
 
 
Producten:
Basaltmeel / kleigronden
25 tot 100 kg per 100 m2      afhankelijk van de situatie
 
Bentoniet / zandgronden
25 tot 100 kg per 100 m2      afhankelijk van de situatie
 
Zeoliet voor zavelgronden
25 tot 50 kg per 100 m2      afhankelijk van de situatie
 
BioBodem / micro-organismen
5 tot 12 kg per 100 m2
 
BioBodem combineert een scala aan nuttige micro-organismen om bodemleven te enten o.a.. bacteriën, schimmels, en gisten.
 
 
Door de unieke samenstelling resulteert dit in een rijk bodemleven waardoor de bodemstructuur en de beworteling verbeteren.  Het gevolg is gezondere planten, krachtigere beworteling, betere doorlaatbaarheid van de bodem en minder uitval. Ook wordt de uitstoeling van de planten verbeterd.
 
 
De zuurgraad
De meeste tuingronden hebben een zuurgraad van tussen 4,5 pH (zuur) en
7,5 pH(zwak basisch).  Door middel van bekalken, of het strooien van turf kun je de pH waarde (zuurgraad) beïnvloeden.
 
Het humusgehalte
Humus vormt een reservoir aan plantenvoedsel dat heel
traag ter beschikking komt, en verbetert het vochtvasthoudend
vermogen van de bodem. Laat in het najaar de bladeren bij voorkeur
liggen in de border (niet op het gazon). Ze zorgen ook voor
vorstbescherming en een plek voor dieren en insecten om te overwinteren.
Je kan, door de jaren heen, een te droge, te natte of te arme bodem
verbeteren door elk jaar een compost toe te voegen in combinatie
met Basaltmeel (kleigrond) of Bentoniet (zandgrond).
 
Een arme bodem kan je met mest verrijken. Gebruik
hiervoor organische bemesting en liefst eigen compost
die de belangrijkste bestanddelen bezitten voor de
voeding die de planten nodig hebben.
Overmatig gebruik van meststoffen kan de planten
schaden en vervuilt bodem en grondwater. Het gebruik van
stikstofhoudende meststoffen is een bron van vervuiling door nitraten.
Die verstikken de sloten en al het leven erin.
Sommige chemische meststoffen bevatten ook cadmium, kwik en zink.
Die zware metalen komen in de bodem en
vervolgens in plant, mens en dier terecht. De neiging om
naar synthetische meststoffen te grijpen en veel minder naar
organische meststoffen en compost zorgt voor een verslechtering
van de bodem en veroorzaakt daarmee groeiproblemen
Maak een plan voor de gehele tuin, of laat een
hoveniersbedrijf/tuinarchtect een tuinplan opstellen.
Dit hoeft niet in 1 jaar gerealiseerd te worden, maar het
is belangrijk om een goed plan te hebben waardoor je niet
aan het wijzigen blijft met alle werk en verstoring van dien.
Wat hoogte verschillen en diversiteit van beplanten zijn heel belangrijk in een tuin.
Daarnaast is het verstandig planten te kiezen die bij de grond en het klimaat passen.
Hiervoor zijn diverse goede tuinboeken te
koop (bv de Atrium tuinplanten encyclopedie ISBN 9061139155)
 
Vaste planten
Onmisbaar in iedere tuin. Er bestaat een zeer grote variëteit.
Wissel in borders zoveel mogelijk af in hoogte en bladvorm.
Houd ook rekening met bloeitijd, groeivorm en kleur.
Door hiermee te spelen kun je een prachtige tuin ontwikkelen.
Ook hier geldt weer dat vooraf wat op papier
zetten (schetsen hoe je tuin er uit moet komen te zien)  veel houvast geeft,
maar ook rekening houden met hoe een plant uiteindelijk
uitgroeit en hoeveel ruimten er dus nodig is. Er zijn verschillen in
hoogte per grondsoort, in groeikracht en winterhardheid.
Het is leuk om planten die geheel afsterven in de winter
af te wisselen met planten die blijven en bessen hebben of
zoals bij siergrassen, nog mooie pluimen hebben in de winter.
Om de uiteindelijke vorm van de plant te herkennen kun je
tijdens wandelingen in tuinen van anderen een blik werpen en/of showtuinen bezoeken.  
De tuinen van Appeltern,  de tuinen van Ampie Bouw,
Vlindertuin de Berkenhof, fantasietuin ’t Loo enz.
 
Tip:
Kijk op een tuincentrum naar de eigenschappen van
planten en als je er regelmatig binneloopt zie je de planten
die in die periode bloeien. Bij de aankoop is het van belang
om naar de wortels van de plant te kijken en minder naar hoe
mooi ie er op dat moment uitziet. In het seizoen koop je namelijk
nogal eens opgejaagde jonge planten die in de tuin vervolgens een
enorme tik krijgen of doodgaan. Wanneer er een goed en rijk
wortelgestel aanwezig is zal de plant in de tuin veel sneller tot
wasdom komen. Wanneer planten? Het najaar is de beste tijd.
Het voorjaar een goede tweede.
 
Bollen en knollen
Veel mensen zijn liefhebber van  bloembollen, waarschijnlijk
omdat het echte voorjaarsboden zijn. Bloembollen zijn heel bijzondere planten.
In één bol is een complete plant aanwezig. In een compacte
vorm, met een perfecte verpakking en bestand tegen slechte tijden, zoals
vorst en droogte.  We kennen prachtige tulpen, narcissen, hyacinten enz.
Veel van deze moeten ieder jaar gerooid en droog bewaard. Er zijn echter
ook  soorten die verwilderen. Die hoeven niet uit de grond gehaald.
Bol of knol?
Het verschil tussen bollen en knollen is dat
het reservevoedsel bij bollen opgeslagen wordt
in de ondergrondse bladeren (de vlezige rokken of schubben) en
bij knollen in de vlezige wortel (wortelknollen) of de stengel (stengelknollen).
Een voorbeeld van een wortelknol is de dahlia. Dahlia’s kunnen
een prachtig onderdeel in de tuin vormen. Wel dienen ze in de
herfst gerooid en droog en vorstvrij bewaard te worden. Bij de
opkomst zijn ze erg gevoelig voor slakken. De krokus en de aardappel
zijn voorbeelden van stengelknollen.
Wanneer de bol bloeit wordt uit de bodem voedsel gehaald om een
nieuwe bol of knol aan te leggen voor het nieuwe jaar. We moeten
dus niet direct na de bloei het blad afknippen maar wachten tot dit
begint af te sterven. Het is verstandig om in die periode voeding te geven (ECO bloei)
 
Hagen
De keuze van een haag is belangrijk. Vele uitheemse heestersoorten
zijn niet geschikt voor bv onze dieren, ze vinden geen plaats meer
om hun nest te bouwen, anderen vinden geen eetbare bessen meer.
Maar ook het klimaat kan parten spelen met slechte groei tot gevolg.
Dichte hagen hebben een functie: ze scheiden verschillende stukken
van de tuin, beschermen voor de wind of voor nieuwsgierigen.
De meest voorkomende soorten zijn de berk, de lijsterbes, de wilg,
de witte abeel, de esdoorn, de ratelpopulier, de es, de haagbeuk, beuk,  de linde, de hazelaar, ... (voeding geven? BioHaag)

Bomen en heesters
Dit zijn de vorm bepalers van de tuin. Vaak zijn het blikvangers,
geven schaduw, vruchten, nestgelegenheid enz.  Hou rekening met
wat voor eindbeeld u wenst. Een klein boompje kan behoorlijk uitgroeien.
Ook bij bv fruitbomen bestaan diverse rassen, die kunnen worden
uitgezocht aan de hand van uw wenzen. De vrucht bv, smaak, bewaar,
sier, of bloesem. Ook de grote is sterk verschillend. Zo zijn er klein
 blijvende vruchtbomen en hoogstammen.
Hou rekening bij de aanplant van vorm bomen en struiken
met het onderhoud ervan. Bij struiken is het verstandig
van te voren de uiteindelijke grote voor ogen te houden.
De groei is sneller dan u verwacht.
 
Bij het planten van een boom moet met een paar
dingen rekening gehouden.
1) Het tijdstip van het planten
2) De grond waarin de boom geplant wordt
3) Het plantgat
De beste planttijd is in het na-, of voorjaar.
In  de zomer kan geplant worden mits de boom
of struik pot gekweekt
is ( dwz van jongs af in pot of minimaal al  twee jaar in de pot)
Het beste tijdstip om een boom te planten is in het najaar.
 
De boom is in "rust" en de sapstroom staat stil.
Daarbij kan de boom of struik de gehele winter wortels maken waarvan.
De grond geschikt maken zoals aangegeven bij bodemverbetering.
Maak een ruim plantgat en meng potgrond met de grond uit de tuin 1:1.
De wortels mogen niet geknikt of gedraaid in het plantgat worden geplaatst.
Maak het plantgat niet tot op het grondwater, want
dan bestaat er een kans dat het boomgat vol met water gaat lopen.
Als de wortels in aanraking komen met het grondwater dan verrotten de wortels.
 
Hierin de boom aanplanten. Meng ook BioBodem
door deze grond in het plantgat. Geef de boom in
het voorjaar BioBasis
Wanneer in het voorjaar geplant is, bemesten we voor
het eerst in  juni. Indien nodig plaatsen we steun voor de boom.
 
Let op: Plant nooit te diep, want dan gaat de boom/ struik  dood!
 
Tot slot
Als de boom geplant is en vaststaat, geef de boom dan wat water.
Er zitten meestal nog wat open plekken in het boomgat,
door water te geven spoelt de grond om de wortelkluit.
Vul dan het plantgat weer aan met grond.
Liever rustig gieten dan met veel waterdruk!
 
Ziekten en plagen
Het aantal ziekten en plagen is dermate groot
dat het bespreken ervan ondoenlijk is.
We beperken ons dan ook tot de meest voorkomende.
 
Algemeen
Biociden vernietigen onkruid en bestrijden allerlei insectenplagen.
Vertaald betekent het letterlijk : doders van leven. Naargelang de
soorten die ze vernietigen, worden de biociden als volgt genoemd :
insecticiden (insecten), fungiciden (paddestoelen), herbiciden (planten),
rodenticiden (knaagdieren), slakkendodendmiddel (slakken) of nematociden (aaltjes).
De producten zijn gevaarlijk en kunnen onbedoeld andere
slachtoffers maken onder de dieren. Insecten kunnen ook
resistent worden voor biociden. In dat geval is de algemene
tendens het opvoeren van de behandelingen, een neerwaartse spiraal.
Biociden horen niet thuis in een natuurlijke tuin. Ze kunnen vermeden
worden door preventief te werk te gaan. Een verscheidenheid aan
plantensoorten kan ervoor zorgen dat elke verwoester een plant in d
e buurt heeft die er tegen werkzaam is. Vele planten hebben een
natuurlijk afweermiddel tegen andere vernietigende soorten en ziekten.
Daarnaast zijn er  eenvoudige meer milieuvriendelijke bestrijdingsmiddelen
 
Schimmels:
Het meest voorkomend zijn meeldauw, sterroetdauw en roest
Er zijn 2 soorten meeldauw. Echte en valse.
Heeft de plant witte, poederachtige vlekken op het blad dan
heb je te maken met echte meeldauw. Het is meestal het ergst
in droge periodes of wanneer de plant droog is aan de wortels,
waarna er na een regenbui snel een aantasting volgt. De bladeren
zien er niet fraai uit maar vallen ook niet direct af.
Wanneer er geelgrijze tot purperrode vlekken die later dorre
plekken met een paarse rand worden zitten op de bovenzijde van
bladeren en soms op scheuten en bloemdelen, dan is er sprake van
valse meeldauw. Op de onderzijde van het blad Zijn de vlekken
grijs en vlekkerig en ontstaat grijs schimmelpluis. In beiden
gevallen wordt het blad kan af gaan vallen.
Sterroetdauw  veroorzaakt een voortijdig afvallen van de bladeren,
waardoor de plant niet meer kan assimileren en dus schade ondervindt.
Sterroetdauw (engels: blackspot) is zelden ernstig, maar sommige oude
rozen kunnen in natte zomers bijna al hun blad verliezen.
Het zijn bruinzwarte, stervormige vlekken op bladeren,
de bladeren vergelen en vallen voortijdig af.
Roest uit zich in oranjerode, later zwarte, sporenhoopjes
aan de onderzijde van de bladeren op de bladstelen en op
eenjarige scheuten. Vaak te vinden of appel, peer en stokroos.
 
Oplossingen:
Zorg voor een goede en gezonde plantengroei
Kies soorten, die minder gevoelig zijn voor meeldauw en/of sterroetdauw
Zorg dat de rozen op de juiste plaats staan: licht en luchtig
Geef niet te veel stikstof, maar geef ruim kalium en magnesium.
Grijp direct in als er zich aantastingen voordoen. Pluk steeds
aangetast blad weg en geef het mee met het huisvuil.
Geef bij voorkeur water op de aarde. Sproei niet over het blad.
Verwijder meteen het zieke afgevallen blad. Niet op de composthoop,
maar in de afvalbak Zorg dat de snoeischaar scherp en schoon is en
reinig deze na het gebruik bij een aangetaste plant
Korect regelmatig spuiten versterkt de plant en houd de
infectie binnen de perken
Zwavel is ook een goed alternatief. Verder zijn er nog
diverse chemische middelen.
Roest kan door een meststof met een hoog kali of siliciumgehalte
in bedwang gehouden worden (Korect). Alternatief: Een preventief
middel tegen roest op stokrozen: geef ze af en toe een beetje bier.
 
Luizen
Luizenplagen kan je bestrijden met zelfgemaakte brandnetelgier,
een behandeling die dan wel om de paar dagen moet worden herhaald.
Laat een flinke portie fijngehakte brandnetels één tot twee weken staan
in een emmer water (dit gaat stinken !) en voeg een eetlepel groene zeep toe.
Voor gebruik moet je dit mengsel zeker tien keer verdunnen.
Deze gier zou ook goed zijn als middel tegen rupsen.
Luizen en rupsen kan je ook bestrijden middelen op basis van organische zepen.
Lieveheersbeestjes en hun larve eten luizen.
Wees er zuinig op in de tuin, of zet ze uit. We leveren ze per 100 stuks.
 
Rupsen
Voor rupsen bestaat een middel op basis van een bacterie.
Deze toepassen op de nog jonge rupsen.
Persoonlijk laat ik ze liever hun gang gaan, want op
vlinders zijn we gek en met variatie in beplanting en nestkasten zijn
er ook vogels die het wel in de hand houden.
Soms kan het natuurlijk te erg worden, met name in de moestuin.
Dan is Xentari een goede oplossing.
 
Taxuskever
Een veelvoorkomende kever waarvan de larve schade geeft is de taxuskever,
die anders dan zijn naam doet vermoeden ook op veel andere planten voorkomt
De taxuskever is een 10 mm grote, donkerbruine kever met gele vlekjes die zich 's nachts tegoed doet aan bladeren.
 
Schade:
Het schadebeeld, veroorzaakt door de kever, is herkenbaar
aan het van buiten naar binnen afvreten (ronde happen ) van de bladeren.
De larve van de taxuskever richt de meeste schade aan.
Om zich te voeden eet hij voornamelijk jonge haarwortels
en het schors van de oudere wortels. Doordat de bast
van de wortels afgeknaagd wordt kunnen de planten
uiteindelijk afsterven. In de zomer is bij veel planten te
zien dat de taxuskever in de nacht actief is geweest.
Behalve de bladeren zijn ook knoppen en bloem- en vruchtstelen geliefd.
 
Gewassen:
Kornoelje, azalea, hortensia, rododendron, taxus, fuchsia’s
en diverse vaste planten genieten de voorkeur. De larven
kunnen ook in plantenbakken grote schade veroorzaken.
Let bij aanplant op de aanwezigheid van larve en/of eieren.
 
Bestrijding:
De nematoden (aaltjes) Heterorhabditis megidis staat garant
voor een snelle, biologische bestrijding van de larven van taxuskever
 
Groene aanslag en mos  op tegels, tussen bestrating,
op daken, schuren schuttingen enz.
Groene aanslag op stenen, glas of hout bestaat nagenoeg
altijd uit algen en mossen, plantjes die in een vochtige omgeving groeien.
Algendodende middelen bevatten schadelijke stoffen die
niet alleen giftig zijn voor algen maar ook voor andere
micro-organismen die een nuttige functie verrichten in de bodem.
Vaak zijn de bestrijdingsmiddelen slecht afbreekbaar en leiden ze
tot onaanvaardbare vervuiling van bodem en grondwater.
Een milieuvriendelijk alternatief is Xardin GroenWeg Dit middel
op basis van natuurlijke zepen en natuurazijn is geheel biologisch.
Het bestrijdt effectief, mossen, algen en jonge onkruiden op tegelpaden  enz.
Je kan groene aanslag voorkomen door de vochtafvoer
te verbeteren. Een tuinpad met tegels legt men best iets
verhoogd aan, op een ondergrond van puin met daarop
scherp zand tegen het verzakken.
 
Slakken
Slakken kan je vangen met ingegraven jampotjes, half
gevuld met bier of suikerwater. Ze komen er 's avonds
op af en verdrinken. Je kan de slakken uit zaaibedden
houden door er as, dennennaalden, gemalen schelp of
fijngedrukte eierschalen omheen te leggen. Over deze
scherpe materialen kruipen ze niet. Sommige tuincentra
verkopen richels om ze tegen te houden maar daarvan zijn
de resultaten zeer wisselend. Een andere oplossing zijn de
Esgar-Go slakkenkorrels Dit is een natuurlijk middel op
basis van ijzerferrifosfaat en zetmeel.
Niet alle slakken zijn schadelijk. Huisjesslakken leven vooral
van verwelkte bladeren en algen. Laat die dus leven.
De wijngaardslak kan wel schade aanrichten maar
verdient een tolerante houding, omdat het een zeldzame
diersoort is. alleen de strijd tegen de naaktslak is te verantwoorden.
Gebruik geen chemische middelen.  Die producten zijn
giftig voor vogels en zoogdieren.
Mieren
Mieren zijn buitengewoon nuttige diertjes in de tuin.
Wanneer ze geen overlast veroorzaken, laat je ze met rust.
Een mierennest kan wel op een vervelende plaats zitten.
Bijvoorbeeld vlakbij de keukendeur of vlakbij het stukje
gazon waar je wil zonnebaden.
De meest doortastende methode om een mierennest kwijt te
raken is overgieten met kokend water (een paar dagen later herhalen).
Chemische middelen zijn niet nodig. Je kan de mieren ook in leven
laten en ze trachten weg te krijgen met knoflook. Men kan het nest
ook opscheppen met een spade en elders deponeren. Mieren hebben
een hekel aan goudsbloemen en lavendel. Een plek die je mierenvrij
wil houden, kan je omzomen met deze planten. Verder is er Xardin
Mierenpoeder. Een biologisch product, waardoor geen schade ontstaat.
 
Bondgenoten
Er zijn ook potentiële bondgenoten in de strijd tegen
hierboven genoemde 'plagen'.
Egels eten slakken, wormen en insecten, zelfs bladluizen.
Als je egels naar de tuin wil lokken, dan moeten ze beschutting
kunnen vinden in een hoop bladeren, bijvoorbeeld naast de
composthoop of een stapel hout. Tijdens de winterslaap van de
egel moet je de composthoop dan wel met rust laten. Haal een
egel nooit in huis, want dan gaat hij dood. Een egel lust wel melk,
maar krijgt er snel diarree van. Als je het dier wil vertroetelen, doe
dat dan met een gekneusd rauw ei. Net als egels overwinteren ook
padden graag in een hoop bladeren.
 
Voor elke soort vogel is er een apart type nestkast. In de stadstuin
kies je een koolmezenkast of pimpelmezenkast. Hang de nestkast
bij voorkeur zo'n drie meter hoog op, met het vlieggat op het
noordwesten of noordoosten (anders wordt het binnenin te warm).
Ook klimop biedt een goede nestgelegenheid.

Plant een paar struiken met bessen in de tuin
(hulst, vuurdoorn, zuurbes, kardinaalsmuts, krentenboompje, meidoorn, lijsterbes, ...).
In de winter voed je vogels met zonnebloempitten,
ongezouten keukenafval, broodkruimels, (rot) fruit,
vet, gehakt, ... . Leg het voer 's ochtends neer, zowel
op een voedertafel als op de grond, en zorg ervoor dat het droog blijft.
 
Vlinders
Vlinders lok je naar de tuin met planten die veel honing
geven (vlinderstruik of Buddleia, zuurbes, mahoniestruik
of Berberis, de valeriaanplant, leverkruid, wilde marjolein,
aster, lavendel, judaspenning, duizendschoon, afrikaantje,...).
Leg naast die bloemen een paar grote platte stenen, waarop de
vlinders 's ochtends kunnen zonnen.
Vlinders hebben een hekel aan wind en verkiezen dus een beschutte tuin.
Als je vlinders wil, dan moet je eerst de rupsen in de tuin halen. Die lok
je met gastplanten.  Met de koolplant, look zonder look, pinksterbloem,
schapezuring, rolklaver, hulst, klimop en brandnetel haal je een mooie
collectie rupsen in de tuin. Als schuilplaats kun je ze een Vlinderkast geven. 
 
 Algemeen advies voor  de Border
 
A)Voorjaar:(maart, april/mei)
Omwoelen (spitten). Compost doorwerken.
 
Bodemleven enten met Xardin Bodem:
3 kg per 100 m2
Bemesten met Xardin Bordermest
7 kg per 100 m2
Bekalken met Korrelkalk of Maërl:
3 tot 10 kg per 100 m2
 
Tip
Gebruik voor structuurverbetering basaltmeel of kleimineralen (Bentoniet)
 
  1. B) Zomer (juni/juli):
Toepassen zomersnoei
 
Bemesten met Xardin Bordermest
5 kg per 100 m2
 
Tip
Geef de rozen wat basaltmeel en silicium
 
C)Najaar (september /medio oktober)
 
Bemesten met Xardin najaarsmest 2
3 kg per 100 m2
 
Tip
Ga nu aan de slag om structuur te verbeteren
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Menu
Mijn account
Registreren
Maak bestellen nóg makkelijker!
  • Al je orders en retouren op één plek
  • Het bestelproces gaat nog sneller
  • Je winkelwagen is altijd en overal opgeslagen
Registreren
Inloggen
Or sign up here
Wachtwoord vergeten?
Favorites
U heeft geen items in uw lijst.
Winkelwagen
U heeft geen artikelen in uw winkelwagen
Ga verder met winkelen
Filters
Taal & Valuta
Wij slaan cookies op om onze website te verbeteren. Is dat akkoord? Ja Nee Meer over cookies »